Willi:
Kijk, en hier scheiden onze wegen. De (spijker)rok had zo’n krachtige stijl, dat deze beslist geen, wat jij een ‘vrouwelijke uitstraling’ noemt, veroorzaakte.
Die ‘zekerheid’ had ik! Dit ‘moest’ kunnen voor een man! Ik vond en vind nog steeds, dat ik in staat geacht mag worden dat (zelf) te beoordelen.
Interessant. Jij vindt een rok die je prachtig vindt. Je durft hem niet goed te kopen, dus je hebt op dat punt een stevig taboe. Tenslotte koop je hem toch, want dat moet kunnen voor een man. Maar als man natuurlijk.
Hmmm. Ik ben 18. Ik vind lange, dunne vrouwen met lang blond haar en lange benen het einde. Toevallig kan ik zo'n plaatje zelf ook heel aardig neerzetten. Vind ik leuk. Zie ik als bijzonder. Ik wist natuurlijk wel dat het voor andere mensen wel eens een brug te ver kon zijn, maar ik heb het zelf altijd als iets bijzonders gezien. Ik vond dat taboe gewoon onzin.
Maar jij niet. En je wringt je dus in allerhande bochten om die rok toch maar aan te kunnen. En je vindt dat het moet kunnen voor een man. En dat je het zelf mag beoordelen. En dat het beslist geen vrouwelijke uitstraling had.
Dat gaat voor Karli toch ook op. Je kunt moeilijk zeggen dat hij een vrouwelijke uitstraling heeft. Hij is echt man. Dus dat bh-tje moet gewoon kunnen. Niet zo zeuren. Waarom zou een man niet gewoon een bh mogen dragen? Bepaalt hij zelf wel.
Volgens mij hou jij jezelf voor het lapje.