Re: verplicht in de openbaarheid?
Geplaatst: 02 jan 2012 15:30
Willi,
ik dacht nog even, 'ik laat het gaan'. Maar dan schrijf je dat de ene het publiek aanbidt en de andere het individu. Dat is toch wel een gebrek aan nuance. Daar zit heel veel tussen.
Ik aanbid het publiek niet, ik accepteer haar bestaan. Ik aanbid het individu nog eerder, want daar hebben we het over een mens, maar de term 'aanbidden' gaat me ook dan te ver. Wat ik zeg over het publiek moet je zo zien: onze betekenis als mens op deze wereld is van alles; we bouwen steden, we voeren oorlogen, we vinden mooi, we vinden lelijk, we beminnen en we haten. Van al die dingen beklijft niets (uren, dagen, maanden, jaren / vliegen als een schaduw heen / hoe wij zoeken hoe wij staren / niets bestendigs hier bene'en ... ; zeer toepasselijk met oud en nieuw). Een filosoof heeft eens gezegd dat wij minder significant zijn in het licht van de eeuwigheid, dan de eerste de beste steen - die is er over een miljoen jaar nog wel. Hij kreeg als repliek dat het enige dat van blijvende waarde is, onze betekenis voor elkaar is. In die zin is het relevant wat men over mij denkt, wat ik over anderen denk, wat zij mij aandoen en wat ik hen toedraag. Wie leeft zonder de gevoelens van anderen te erkennen en te respecteren, riskeert zelf irrelevant te zijn. Dat is een humanistische redenering als je wil. Je mag het godsdienst noemen als je dat beter uitkomt. Hoe dan ook, dat is waar ik vandaan kom.
Dus, ik aanbid het publiek niet, ik denk niet dat het publiek gelijk heeft, maar ik accepteer dat het publiek bestaat. Ik zie ook dat haar waarneming een bepaalde logica volgt die zich in de tijd ontwikkelt. Als we het over kleren hebben, zou je die logica mode kunnen noemen.
Zo bezien is mode, wat men mooi en interessant vindt op het gebied van kleding. Het valt niet te ontkennen dat wat men mooi vindt, gedifferentieerd wordt naar sexe. Wat men mooi vindt bij een vrouw, hoeft men niet mooi te vinden bij een man. Waarom precies dat zo is, gaan we in een ander draadje miscchien nog eens bespreken, maar het heeft iets met Darwin te maken. Bijna niemand conformeert zich volledig aan die opvattingen van het publiek, de meeste mensen zijn wel ergens bezig met grensverlegging, en dat is maar goed ook. De een maakt zijn statement met een vlinderdas, de ander draagt puntschoenen, sommige vrouwen dragen hun rokjes zo kort dat hun eigen familie zich ervoor schaamt, enzovoort. Zij spelen met het mode-gevoel van het publiek, zonder het contact ermee te verbreken, en hun collectieve effect is dat de mode verschuift.
Er zijn altijd een paar waaghalzen die de opvattingen van het publiek negeren en hun statement maken puur vanuit zichzelf geredeneerd. Ik ben sommige rokdragende mannen tot die groep gaan rekenen. Sommige zeg ik.
Zelf heb ik dat grensgebied verkend. Ik ben over de grens gegaan, waar ik het contact met mijn omgeving dreigde te verliezen, en heb besloten dat het gras aan deze kant van de grens toch groener is. Dat wil niet zeggen dat ik grensverkenning heb opgegeven het wil ook niet zeggen dat ik tegen mannen in rok ben. Het tegendeel is waar: ik vind de richting waarin mannen in rok het modegevoel van de massa proberen te beinvloeden juist, en interessant. Ik vermoed dat als we ooit op het punt komen dat men een man in rok niet meer shockerend vindt, dat ik dan de vlag uit hang, en in rok de straat opga. Ik denk trouwens dat dat punt veel weg heeft van het punt waarop we als groep Mik's idee van de fetish achter ons hebben gelaten. Voorlopig zit dat in de weg.
Je moet realisme niet verwarren met de wens dat alles bij het oude blijft. Ik wil graag dat de rok voor mannen beter geaccepteerd raakt door het publiek dan nu het geval is, en ik ben bereid daarin een persoonlijke bijdrage te leveren. Én ik begrijp dat het nu nog niet zover is. Ik begrijp de consequenties die dat heeft voor mijn rokdragen.
ik dacht nog even, 'ik laat het gaan'. Maar dan schrijf je dat de ene het publiek aanbidt en de andere het individu. Dat is toch wel een gebrek aan nuance. Daar zit heel veel tussen.
Ik aanbid het publiek niet, ik accepteer haar bestaan. Ik aanbid het individu nog eerder, want daar hebben we het over een mens, maar de term 'aanbidden' gaat me ook dan te ver. Wat ik zeg over het publiek moet je zo zien: onze betekenis als mens op deze wereld is van alles; we bouwen steden, we voeren oorlogen, we vinden mooi, we vinden lelijk, we beminnen en we haten. Van al die dingen beklijft niets (uren, dagen, maanden, jaren / vliegen als een schaduw heen / hoe wij zoeken hoe wij staren / niets bestendigs hier bene'en ... ; zeer toepasselijk met oud en nieuw). Een filosoof heeft eens gezegd dat wij minder significant zijn in het licht van de eeuwigheid, dan de eerste de beste steen - die is er over een miljoen jaar nog wel. Hij kreeg als repliek dat het enige dat van blijvende waarde is, onze betekenis voor elkaar is. In die zin is het relevant wat men over mij denkt, wat ik over anderen denk, wat zij mij aandoen en wat ik hen toedraag. Wie leeft zonder de gevoelens van anderen te erkennen en te respecteren, riskeert zelf irrelevant te zijn. Dat is een humanistische redenering als je wil. Je mag het godsdienst noemen als je dat beter uitkomt. Hoe dan ook, dat is waar ik vandaan kom.
Dus, ik aanbid het publiek niet, ik denk niet dat het publiek gelijk heeft, maar ik accepteer dat het publiek bestaat. Ik zie ook dat haar waarneming een bepaalde logica volgt die zich in de tijd ontwikkelt. Als we het over kleren hebben, zou je die logica mode kunnen noemen.
Zo bezien is mode, wat men mooi en interessant vindt op het gebied van kleding. Het valt niet te ontkennen dat wat men mooi vindt, gedifferentieerd wordt naar sexe. Wat men mooi vindt bij een vrouw, hoeft men niet mooi te vinden bij een man. Waarom precies dat zo is, gaan we in een ander draadje miscchien nog eens bespreken, maar het heeft iets met Darwin te maken. Bijna niemand conformeert zich volledig aan die opvattingen van het publiek, de meeste mensen zijn wel ergens bezig met grensverlegging, en dat is maar goed ook. De een maakt zijn statement met een vlinderdas, de ander draagt puntschoenen, sommige vrouwen dragen hun rokjes zo kort dat hun eigen familie zich ervoor schaamt, enzovoort. Zij spelen met het mode-gevoel van het publiek, zonder het contact ermee te verbreken, en hun collectieve effect is dat de mode verschuift.
Er zijn altijd een paar waaghalzen die de opvattingen van het publiek negeren en hun statement maken puur vanuit zichzelf geredeneerd. Ik ben sommige rokdragende mannen tot die groep gaan rekenen. Sommige zeg ik.
Zelf heb ik dat grensgebied verkend. Ik ben over de grens gegaan, waar ik het contact met mijn omgeving dreigde te verliezen, en heb besloten dat het gras aan deze kant van de grens toch groener is. Dat wil niet zeggen dat ik grensverkenning heb opgegeven het wil ook niet zeggen dat ik tegen mannen in rok ben. Het tegendeel is waar: ik vind de richting waarin mannen in rok het modegevoel van de massa proberen te beinvloeden juist, en interessant. Ik vermoed dat als we ooit op het punt komen dat men een man in rok niet meer shockerend vindt, dat ik dan de vlag uit hang, en in rok de straat opga. Ik denk trouwens dat dat punt veel weg heeft van het punt waarop we als groep Mik's idee van de fetish achter ons hebben gelaten. Voorlopig zit dat in de weg.
Je moet realisme niet verwarren met de wens dat alles bij het oude blijft. Ik wil graag dat de rok voor mannen beter geaccepteerd raakt door het publiek dan nu het geval is, en ik ben bereid daarin een persoonlijke bijdrage te leveren. Én ik begrijp dat het nu nog niet zover is. Ik begrijp de consequenties die dat heeft voor mijn rokdragen.