Het felle tegenlicht van de zon werd plotseling onderbroken door een voorbijglijdende schaduw. Een schaduw waarvan de vorm zich met een zacht vloeiende regelmaat wijzigde van smal naar breed en weer terug.
Verstoord keek ik op van mijn courant om de bron van de schaduw een nijdige blik toe te werpen. Het bleek een tweevoeter te zijn; vermoedelijk een zoogdier. Nu weet ik toevallig dat er nog maar één tweevoetig zoogdier op de aarde rondhuppelt en dat is de mens, dus verruilde ik mijn nijdige voor een geïnteresseerde blik en volgde ‘het mens’ tot aan een ander tafeltje op het terras, even verderop.
“Prachtig . . “ mompelde ik binnensmonds; daarmee duidend op de golvende werveling rond de tweebenige verschijning; een werveling die hoogstwaarschijnlijk het voortdurend wijzigende deel van de schaduw had veroorzaakt. . .
“Subliem! . .”.
Bij naderende beschouwing, voor zover dat mogelijk was bij het overstralende licht van de zon, ontdekte ik dat het kledingstuk, want dat was het, ergens halverwege het erecte lichaam begon en halverwege de benen plotseling ophield.
“Een fraai stukje naaimanskunst” merkte ik op, “zoiets zou ik ook wel willen dragen” en taste licht geïrriteerd, met een klamme hand naar mijn van vocht verzadigde spijkerbenen. . . “En ook bijzonder attractief, dat golvende patroon van plooien en naden. Ik ben benieuwd hoe de naam van dit gewaad luidt”.
“Rok!”. . . Kennelijk had ik de laatste zin overluid uitgesproken en het wezen naast mij op het idee gebracht mij op de hoogte te brengen van zijn kennis aangaande menselijke aankleding.
Geërgerd over dit aanmatigend gedrag besloot ik mij ‘kortaf’ te gedragen en antwoordde smalend: “zo zo, is dat nou een rok; nou dank u wel voor deze ongevraagde, stompzinnige notitie” en liet het daar verder bij.
De eveneens tweebenige verschijning naast mij was niet van zins zich door mij te laten afblaffen en vervolgde tamelijk pissig, en met zorgvuldig gekozen woorden: “Alleen voor vrouwen!”.
Het klonk alsof 'het' de zin had willen voltooien met: “oliebol!”. . .
Woedend draaide ik me om en keek het geval vernietigend aan, het betreurend dat ik mijn goddelijke macht enkele weken geleden had moeten inleveren en weer een doodgewone hemel- en aardebewoner was; nou ja, gewoon. . . U weet het wellicht niet, maar goddelijk zijn is slechts een tijdelijke baan; overigens alleen te vervullen door lieden die zich verdienstelijk hebben gemaakt bij het ingebruikstellen van het universum; een tijdje geleden.
“Ach, krijg toch . . .” dacht ik en wende mijn aandacht weer tot het uitbundige, intussen in een stoel gezeten kledingstuk; losjes aan beide zijden, in zwierige golven, langs de zitting nederhangend.
“Weergaloos! . . “. . .
. . .“Kennelijk heb ik de ingebruikname van dit kledingstuk gemist . . ; al die oorlogen en rampen ook, die kosten je als God veel te veel tijd!”.
Mistroostig laat ik mijn blik dwalen over mijn broek; een broek van spijkstof nota bene, erger kan je ’t niet maken.
Na een wijle aan sombere gedachten veer ik plotseling op. “Wat zit ik hier nu te kniezen, ik ruil die broek gewoon om voor die eh . . . oja, rok”. En de daad bij het woord voegend sta ik op en wandel in de richting van de zittende tweevoeter.
“Alleen voor vrouwen . . !” hoor ik die ellendeling achter me roepen, maar mijn besluit staat vast, ik laat me niet van mijn doel afbrengen door de een of andere idioot; waarschijnlijk van Mars.
. . . “Waar slaat dat nou op; alleen voor vrouwen . . . tsss” pruttel ik nog even.
Aangekomen bij het tafeltje van de rok, buig ik mij voorover naar het wezen dat aan een kopje cappuccino zit te lebberen en vraag: “bent u een heilige of een schijnheilige?”. . .
Het tweebenige geval verslikt zich, proest het vocht over de tafel en graait naar een tasje dat achteloos naast het peper en zoutstel en de asbak was geplaatst.
“Wwie, wwat?” is alles wat er volgt.
Zuchtend vervolg ik mijn rede met de vraag: “of bent u wellicht een gewóón mens?”.
“’Tis een vrouw!!” hoor ik wederom achter me roepen.
Met moeite houd ik me in, tel knarsetandend tot drie en werp de blik van een getergde leeuw in de richting van mijn interpellant, die grijnzend tal van suggestieve, omvattende bewegingen maakt met zijn handen. “Vrouw . . , weet je wel!”.
Plotseling ben ik ’t zat. Ik wend me tot het mens; zie tot mijn niet geringe schrik dat het inderdaad een wijfjesmens is, maar vraag toch: “wilt u uw rok tegen mijn broek ruilen?”.
Versteend van angst kijkt ze me aan, met grote ronde nietsmeerziende ogen.
“Wees niet bang, ik ben slechts een ex; ik heb geen macht over u maar wil alleen die rok, dat onvoorstelbare mooie gewaad dat u draagt”. . .
. . . Twee paar krachtige handen grijpen me vast en sleuren me mee naar een automobiel, alwaar ik door het openstaand portier naar binnen wordt gesmeten.
Door emotie versuft hoor ik nog juist een proestend gelach opstijgen vanaf het zonnige terras. “Ik zei ’t toch, alleen voor vrouwen!”.
De rok op het terras
De rok op het terras
Laatst gewijzigd door willi op 07 mei 2011 18:05, 8 keer totaal gewijzigd.
Het gaat de goede kant op met de rok voor mannen.
Nu nog de starre dresscodebedenkers achter de 'broek' zitten.
Nu nog de starre dresscodebedenkers achter de 'broek' zitten.
Re: De rok op het terras
Weer een vernuftig stukje schrijverskunst, Willi.
Wederom zag ik het geheel als het ware als in een film voor mij. Dat is de kunst van het schrijven.
Wederom zag ik het geheel als het ware als in een film voor mij. Dat is de kunst van het schrijven.
Re: De rok op het terras
Het is schit-te-rend geschreven. Ik zag het gewoon voor mijn ogen gebeuren.
Wat een verhaal ... de lezer vlotjes meevoerend naar een sublieme climax.
Het doet me denken aan de stukjes van Simon Carmiggelt.
Kijk, dit is nu eens een mooie afsluiter van de dag, zie. Nu kan ik gaan slapen.
Bedankt Willi
Henry L
...
Re: De rok op het terras
Zeer graag en met plezier gedaan.
Het gaat de goede kant op met de rok voor mannen.
Nu nog de starre dresscodebedenkers achter de 'broek' zitten.
Nu nog de starre dresscodebedenkers achter de 'broek' zitten.
Re: De rok op het terras
Van zulke teksten kan ik geen genoeg krijgen.
Ik zou zeggen Willi, bundel ze samen en ga er mee naar een uitgever.
Ik zou het boekje direkt kopen.
Ik neem aan dat jij deze teksten toch wel bewaard ?
Ik zou zeggen Willi, bundel ze samen en ga er mee naar een uitgever.
Ik zou het boekje direkt kopen.
Ik neem aan dat jij deze teksten toch wel bewaard ?
Re: De rok op het terras
Meestal wel.
Het gaat de goede kant op met de rok voor mannen.
Nu nog de starre dresscodebedenkers achter de 'broek' zitten.
Nu nog de starre dresscodebedenkers achter de 'broek' zitten.